De collectieve schuldenregelin...

De collectieve schuldenregeling

Steeds meer personen gaan gebukt onder een schuldoverlast. Ten behoeve van personen die een reeks van schulden hebben gemaakt en de gevolgen ervan niet meer de baas kunnen, heeft de wetgever een wet aangenomen betreffende de collectieve schuldenregeling (wet van 5 juli 1998).

De collectieve schuldenregeling is een procedure voor de arbeidsrechter die mensen met schuldoverlast toelaat via een afbetalingsregeling hun financiële toestand te herstellen. In de mate van het mogelijke moeten de schulden afbetaald worden. Ondertussen krijgt de schuldenaar een inkomen waarmee hij menswaardig kan leven. Deze werkwijze is geregeld in artikels 1675/2 t.e.m. 1675/19 van het Gerechtelijk Wetboek.
Om in aanmerking te komen voor de procedure moet voldaan zijn aan 2 voorwaarden:

  1. De schuldenaar dient zich in een situatie van duurzame schuldoverlast te bevinden, m.a.w. tijdelijke financiële problemen zijn niet voldoende.
  2. De schuldenaar mag zichzelf niet “kennelijk onvermogend” hebben gemaakt. Zo mag hij bijvoorbeeld geen erfenis of werk weigeren om zijn schulden niet te moeten betalen.

De aanvraag tot collectieve schuldenregeling gebeurt via de neerlegging van een verzoekschrift. De schuldenaar kan het verzoekschrift zelf neerleggen zonder tussenkomst van een advocaat.

Na het indienen van het verzoekschrift bij de Arbeidsrechtbank, moet de rechter binnen 8 dagen na het verzoek oordelen of de schuldenaar al dan niet in aanmerking komt voor de collectieve schuldenregeling.
Van zodra de collectieve schuldenregeling toelaatbaar verklaard wordt, ontvangt de schuldenaar zijn inkomsten niet meer, deze worden met inbegrip van eventueel vakantiegeld en kindergeld doorgestort aan de schuldbemiddelaar die dan aan de schuldenaar een leefgeld toekent.
De schuldbemiddelaar inventariseert de openstaande schuldvorderingen en verwerkt deze gegevens in een minnelijk aanzuiveringplan. Dit plan moet door elke schuldeiser goedgekeurd worden en opnieuw voorgelegd worden aan de Rechtbank.

Wanneer niet alle schuldeisers akkoord gaan met het voorgesteld minnelijk aanzuiveringsplan, bepaalt de Arbeidsrechtbank zelf een afbetalingsplan. Dit is dan een gerechtelijke aanzuiveringsregeling. Een gerechtelijke aanzuiveringsregeling loopt in principe maximaal vijf jaar maar daarvan kan afgeweken worden.

In bepaalde situaties kan ook kwijtschelding van de resterende schulden gevraagd worden.

Daarom biedt dit een uitweg voor mensen die geen financiële uitweg meer zien om toch op termijn schuldenvrij te geraken.

Meer informatie vindt u hier: http://economie.fgov.be/