Minnelijke schikking

Minnelijke schikking

Het wetboek van strafvordering is recent gewijzigd (wet 14.4 2011, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 06/05/2011).
Het Openbaar Ministerie, de Procureur des Konings kan in strafzaken aan de dader verzoeken om een bepaalde geldsom te storten.
Dit dient betaald te worden aan de FOD financiën.

Conform art.216 bis § 1 lid 1 wetboek van strafvordering kan dit indien
1
A: het Openbaar Ministerie van mening is dat het feit niet van aard is dat het gestraft moet worden met een hoofdstraf van meer dan 2 jaar correctionele gevangenisstraf of een zwaardere straf

B: indien de feiten geen zware aantasting inhouden van een lichamelijke integriteit

Als de verdachte zelf verzoekt om een dergelijke minnelijke schikking moet hij zijn bereidheid tonen om de veroorzaakte schade te vergoeden.
En dergelijke minnelijke schikking is ook mogelijk wanneer er een onderzoeksrechter is aangesteld en zelfs wanneer de zaak bij de rechtbank aanhangig is.
Dat is dan ook een onderscheid met de strafbemiddeling die voorzien is in art.216 ter.