Wie kan de erkenning betwisten...

Wie kan de erkenning betwisten?

Wie kan de vordering tot betwisting van erkenning voor de Rechtbank van Eerste Aanleg instellen?

Dit zijn:

De erkennende vrouw of man zelf. Let wel, dit dient te gebeuren binnen het jaar na de ontdekking van het feit dat de persoon die het kind erkend heeft niet de vader of de moeder is. Bovendien dient te worden aangetoond dat zijn/haar toestemming aangetast is door een wilsgebrek.

De andere, niet-erkennende ouder. De tijdspanne hiervoor is eveneens binnen het jaar na de ontdekking van het feit dat de persoon die het kind erkend heeft niet de vader of de moeder is.

Daarenboven dient ook hier een wilsgebrek in hoofde van de niet-erkennende ouder worden bewezen.

Het erkende kind zelf heeft eveneens het recht om dergelijke vordering in te stellen, dit ten vroegste op de dag waarop het de leeftijd van 12 jaar heeft bereikt en uiterlijk op de dag waarop het de leeftijd van 22 heeft bereikt, ofwel binnen het jaar na de ontdekking van het feit dat de persoon die hem erkend heeft niet zijn vader of moeder is.

Tot slot kan de vrouw of man die het ouderschap opeist binnen het jaar na de ontdekking van het feit zij of hij de moeder of de vader van het kind is dergelijke vordering inleiden. Indien de Rechtbank van Eerste aanleg de vordering tot betwisting inwilligt, heeft dit voor gevolg dat de afstammingsband tussen het kind en de verzoeker van rechtswege komt vast te staan.

De betwisting van een erkenning is met andere woorden onderworpen aan strenge voorwaarden en voor een buitenstaander is het zelfs onmogelijk om een erkenning te betwisten.

Om die reden mag men niet al te lichtzinnig beslissen om tot erkenning over te gaan.