In een eerdere post legden we uit dat artikel 444 lid 2 Gerechtelijk wetboek aan de advocaat oplegt om het cliënteel in te lichten over andere manieren (dan via de rechtbank) om een geschil op te lossen.
Zo kan je het geschil voorleggen aan een erkend bemiddelaar en dit zowel op initiatief van de partijen zelf, als op initiatief van de rechtbank. De erkende bemiddelaar heeft een specifieke opleiding genoten en de bedoeling is dat hij via gesprekken, de partijen zelf tot een oplossing laat komen. Klinkt eenvoudiger dan het is, vooral omdat het in principe een oplossing is waar alle betrokkenen zich kunnen in vinden.
Twee elementen zijn heel belangrijk in dit proces.
- Vrijwilligheid: zelfs indien bemiddeling opgelegd wordt door de rechtbank, kunnen partijen op elk ogenblik een einde stellen aan de bemiddeling. Je hoeft er zelfs geen reden voor op te geven én dat kan achteraf niet tegen je gebruikt worden. In de praktijk zien we dat dit niet zo vaak gebeurt en dat partijen, éénmaal de bemiddeling opgestart, doorgaan tot de finish.
- Vertrouwelijkheid: alles wat naar aanleiding van de bemiddeling wordt gezegd en geschreven, blijft vertrouwelijk. Dit mag nadien niet worden gebruikt (bijvoorbeeld voor de rechtbank). Dit is evident want anders zou het te gevaarlijk zijn om bepaalde uitspraken of voor te doen.
Overigens, het geschil voorleggen aan een erkende bemiddelaar, betekent niet dat je geen advocaat meer nodig hebt. We schreven hierover in een eerdere post, die je hier vindt.
Mr. Jan De Rieck is erkend bemiddelaar in burgerlijke en handelszaken en kan u steeds meer informatie geven over dit onderwerp. U kan hieromtrent contact opnemen met ons kantoor op 016 30 14 40 of info@advocaten-leuven.be
