Vanaf 1 juli 2019 trad er een nieuw principe in werking in het Strafwetboek: het niet-bestraffingsbeginsel voor slachtoffers van mensenhandel.
Artikel 433 quinquies werd door de wetgever aangevuld met een paragraaf 5, luidende: “§ 5. Het slachtoffer van mensenhandel dat betrokken is bij misdrijven als rechtstreeks gevolg van zijn uitbuiting loopt geen straf op voor deze misdrijven.”
Het principe van niet-bestraffing werd ingevoerd omdat slachtoffers van mensenhandel vaak de misdrijven niet vrijwillig plegen, maar wel onder druk van de mensenhandelaars.
De wetgever heeft deze bepaling specifiek ingevoerd om slachtoffers van mensenhandel aan te moedigen om te getuigen in strafzaken tegen de daders.
Deze nieuwe bepaling biedt slachtoffers van mensenhandel aldus een bijkomende bescherming.
Bron: De wet van 22 mei 2019 betreffende de handel in menselijke organen en betreffende het niet-bestraffingsbeginsel voor slachtoffers van mensenhandel, BS 21 juni 2019.