De Raad voor Vergunningsbetwistingen besliste de omstreden vergunning van Dijledal voor 30 appartementen en 3 woningen te vernietigen. Hierdoor zijn constructies die reeds op de eigendommen van de stad Leuven en Dijledal werden gebouwd illegaal.
Het Hof van Beroep te Brussel besliste reeds eerder, in kort geding, bij arrest van 31 januari 2017 dat de werken dienden stilgelegd te worden. Dit gebeurde in afwachting van een arrest van de Raad voor Vergunningsbetwistingen.
Deze Raad besliste nu bij arrest van 25 april 2017 eveneens dat de door de Deputatie verleende vergunning onwettig was.
De Raad ging niet lichtzinnig over deze zaak. Het arrest betreft 56 bladzijden. Het is ook geen voorlopige uitspraak, maar ten gronde. De Raad stelde zelfs meervoudige onwettigheden vast.
De aanvraag wijkt af van de ABL op diverse vlakken zoals goede ruimtelijke ordening, beschermde gebouwen, aantal bouwlagen, bouwdiepte en kroonlijsthoogte.
Om daarvan te kunnen afwijken, moet de aanvrager in het begin bij zijn aanvraag motiveren waarom dat aangevraagd wordt, hetgeen niet gebeurde. Het openbaar onderzoek had plaats zonder meer. Pas in beroep bij de hoorzitting, kwam Dijledal met een motivering. Veel te laat, stelde de Raad.
Het spreekt voor zich dat de door de Deputatie (en voorheen door het CBS van Leuven) verleende vergunning onwettig is.
Met andere woorden: de bouwwerken hadden nooit mogen opgericht worden. Dijledal heeft op eigen risico de bouwwerken gestart en nu moeten stilleggen en eventueel in de toekomst afbreken. Alles wat er nu staat, is volkomen illegaal.
Het gebeurt zelden dat een bouwheer op eigen risico een bouwwerk opstart en niet de officiële procedures afwacht, zeker wanneer er zoals in dit geval een belangrijk negatief advies was van de administratie zelf. Maar gelukkig heeft het Hof van Beroep en de Raad voor Vergunningsbetwistingen correct ingegrepen en duidelijkheid gebracht.