De dagvaarding en de verjaring...

De dagvaarding en de verjaring – Het verhaal van de lijken en de kast

De beslissing om een procedure in te leiden voor een rechtbank wordt in de meeste gevallen eenzijdig genomen. Soms moeten er snelle beslissingen genomen worden en volgt er binnen de kortst mogelijke termijn een rechtsdag. Op de inleidende zitting blijkt echter dat er meer (procedurele) problemen te overwinnen zijn…

Artikel 2244 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt het volgende met betrekking tot de procedurele gevolgen van de inleiding van een geding: “Een dagvaarding voor het gerecht, een bevel tot betaling, of een beslag, betekend aan hem die men wil beletten de verjaring te verkrijgen, vormen burgerlijke stuiting.”

De stuiting van de verjaring blijft duren tijdens het gehele geding, en dit tot op het ogenblik dat de rechtbank / hof een definitieve uitspraak velt in het dossier. (Cass. 30 juni 1997, AR S.96.0159.N, AC 1997, nr. 309.)

In een ideale wereld volgt er binnen een redelijk termijn een vonnis of arrest. In een minderheid van de gevallen is dit niet zo, dan blijft de deugdelijke behandeling van de zaak uit en komt het geding op de rol terecht. Echter werd de verjaring on hold gezet, en kan elke partij het geding terug activeren…

Dit is voor niemand een aangename ervaring, de particulier kan op elk ogenblik met een (potentieel) hoge schuldvordering / schadevergoeding geconfronteerd worden. Eveneens voor de ondernemer een gevaarlijke zaak, aangezien een potentiële claim de waarde (of continuïteit) van de onderneming in gevaar kan brengen.

Vandaar dat een stipte opvolging van uw dossier, u meer zekerheid kan bieden dan u aanvankelijk zou kunnen vermoeden. U wil op belangrijke momenten niet geconfronteerd worden met zogenaamde lijken die zich nog in de spreekwoordelijke kast bevinden.

Vandaar ons advies; laat u op het juiste ogenblik bijstaan door een advocaat dewelke u correct informeert.

Contacteer ons via info@advocaten-leuven.be