Bij Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning (Belgisch Staatsblad 23 oktober 2014), wordt een nieuw type van vergunning ingevoerd.
De vergunning geldt voor projecten die het Decreet omschrijft als : “het geheel van zowel stedenbouwkundige handelingen als de exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten, of minstens een van die elementen, dan wel het verkavelen van gronden, die onderworpen zijn aan de vergunnings- of meldingsplicht”.
De intentie van de wetgever is het invoeren van één enkele vergunning voor projecten die zowel een stedenbouwkundige / verkavelingsvergunning vereisen samen met een milieuvergunning. Op heden dient men voor een dergelijk project namelijk twee onderscheiden vergunningsprocedures te doorlopen.
De omgevingsvergunning brengt hier verandering in en combineert beide vergunningsprocedure tot slechts één procedure, met de nodige tijdswinst tot gevolg.
De bevoegde overheid voor de behandeling van de vergunningsaanvraag is afhankelijk van het type project dan wel het College van Burgemeester en Schepenen, de Deputatie van de provincie of de Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar.
Bovendien maakt het decreet ook een onderscheid tussen de gewone vergunningsprocedure en de vereenvoudigde procedure (art. 17).
De beroepen tegen een beslissing aangaande een omgevingsvergunning dienen te worden ingediend bij respectievelijk de Deputatie van de provincie dan wel de Vlaamse Regering. Voor de beslissing van de Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar is er geen administratief beroep voorzien.
Tegen de beslissing na het administratief beroep is er ten slotte nog een beroep mogelijk bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen binnen een termijn van zestig dagen.
Op heden is het Decreet nog niet in werking getreden en dit in afwachting van de noodzakelijke uitvoeringsbesluiten.