De wapenwet vanuit het perspec...

De wapenwet vanuit het perspectief van de sportschutter

De sportschutterslicentie

Na de invoering van de nieuwe wapenwet in 2006 werd er voor de sportschutter een afzonderlijk statuut uitgewerkt. Dit sportschuttersstatuut geeft de sportschutter de mogelijkheid om alle vergunningsplichtige wapens, soms zelfs zonder het verwerven van een vergunning, in het kader van zijn sportbeoefening te verwerven en gebruiken.

Om als sportschutter te kunnen worden beschouwd moet men in het bezit zijn van een sportschutterslicentie.

Voor het bekomen van een sportschutterslicentie moet men aan een aantal voorwaarden voldoen.
Zo dient de sportschutter ten minste 16 jaar oud te zijn. Sportschutters jonger dan 18 jaar moeten hiervoor de toelating van hun ouders hebben verkregen en mogen zelf geen wapen aanschaffen.

Vervolgens moet men over een medisch attest en een blanco strafregister beschikken en mag men niet het voorwerp zijn van een lopende schorsing of intrekking van een (voorlopige) sportschutterslicentie.

Verder zal de aanvrager moeten aantonen dat hij actief lid is van een sportschuttersvereniging. Dit wil zeggen dat hij minstens 6 maanden dient aangesloten te zijn en zijn sport beoefent met een frequentie van minstens 12 schietbeurten per jaar gespreid over minstens 12 dagen en 2 trimesters.

Ten slotte zal men een praktische en theoretische proef per wapencategorie moeten afleggen.

Wanneer aan al deze voorwaarden voldaan is, zal de sportschutter een licentie bekomen met een geldigheid van 5 jaar, met mogelijkheid tot hernieuwing, verbonden aan een jaarlijkse controle van de voorwaarden.

Bij overtreding van de reglementering, onveilig gebruik, misbruik van wapens of wanneer niet langer aan de voorwaarden is voldaan kan de sportschutterslicentie worden beperkt, geschorst of ingetrokken.