In welbepaalde gevallen is het nodig om een bewijs te hebben dat men al dan niet de (biologische) vader is van een kind.
Zo kan u bijvoorbeeld geconfronteerd worden met een verzoek tot betaling van een onderhoudsbijdrage voor een kind (op grond van art. 336 B.W.) waarvan u voorhoudt dat u niet de biologische vader bent.
Zulk bewijs kan met alle wettelijke middelen worden aangetoond, waarvan DNA-onderzoek het meest sluitend bewijs inhoudt.
In het kader van een procedure kan zulk DNA-onderzoek via de rechtbank worden gevorderd. De rechtbanken kunnen indien zij dit nodig achten in het kader van geschillen met betrekking tot de afstamming van een kind zulk DNA-onderzoek tevens ambtshalve gelasten (i.e. zelfs indien de partijen het niet vragen).
De arts die wordt aangesteld door de rechtbank om het DNA-onderzoek uit te voeren brengt vervolgens rechtsreeks verslag uit aan de rechtbank. Het is de rechtbank die zal beslissen wie de kosten verbonden aan het DNA-onderzoek zal dragen.
Op te merken valt hierbij dat rechtspraak van het Hof van Cassatie stelt dat, indien een man zonder een rechtmatige reden weigert zich aan een bloedonderzoek te onderwerpen in het kader van zulk gerechtelijk DNA-onderzoek, de rechter hieruit een feitelijk vermoeden mag afleiden en, in combinatie met andere bewijzen, kan beslissen dat hij de vader is. (Cass. 17/12/1998, Arr.Cass. 1999, 1144)
Het is daarnaast evenzeer mogelijk om buiten een procedure minnelijk een DNA-onderzoek te laten uitvoeren.
Hierbij dient erop gewezen te worden dat sommige artsen – ingeval het kind minderjarig is – enkel het onderzoek zullen uitvoeren na een gerechtelijke aanstelling, en dit ter bescherming van de rechten van het kind.
Andere artsen daarentegen zullen ook zonder een gerechtelijke aanstelling op verzoek van een particulier persoon een DNA-onderzoek uitvoeren.
Ook op minnelijke wijze kan aldus een DNA-onderzoek plaatsvinden en kunnen de vaststellingen hiervan als een (begin van) bewijs aangewend worden in een gerechtelijke procedure.
De kosten van zulk minnelijk DNA-onderzoek zullen gedragen worden volgens hetgeen betrokken partijen overeenkomen of bij gebreke aan akkoord door degene die er het meeste belang bij heeft.