Wanneer echtgenoten geruime tijd feitelijk gescheiden leven (6 maanden met betrekking tot een echtscheiding in onderling akkoord, 1 jaar met betrekking tot een echtscheidingsvordering door 1 van de partijen), kan dit op een zeer snelle en goedkope wijze.
In dat geval is immers zonder meer bewezen dat het huwelijk ‘onherstelbaar ontwricht’ is.
Partijen dienen dan, in verband met de vordering tot echtscheiding, slechts één maal voor de rechter te verschijnen, waarop de rechter in diens vonnis onmiddellijk de echtscheiding kan uitspreken.
Traditioneel wordt de feitelijke scheiding aangetoond door een attest van woonst of een huurcontract, waaruit blijkt dat één van de echtgenoten een andere woonplaats heeft.
In sommige situaties kan dit echter financieel moeilijk zijn, gelet het feit dat de echtscheiding op dat moment nog niet is uitgesproken.
In een vonnis van 25 februari 2013 werd door de Rechtbank van Eerste Aanleg te Leuven de feitelijke scheiding tussen de echtgenoten, die beiden op hetzelfde adres gedomicilieerd waren, bewezen geacht doordat werd aangetoond dat één van de echtgenoten in een chalet in de tuin van de echtelijke woonplaats verbleef.
Echtgenoten die op hetzelfde adres wonen, kunnen in sommige situaties dus wel degelijk een feitelijke scheiding pogen aan te tonen, op basis van het inrichten van twee aparte woongelegenheden.
Wat onder een ‘feitelijke scheiding’ dient te worden verstaan, wordt immers niet verduidelijkt in de wet en zal dus in grote mate tot de interpretatiebevoegdheid van de rechter behoren.