Een ongeval met een spoorvoert...

Een ongeval met een spoorvoertuig – het begrip motorvoertuig (II)

De toepassing van de vergoedingsregeling op grond van art. 29bis WAM-wet vereist dat er een motorvoertuig bij het verkeersongeval betrokken is.

Een motorvoertuig wordt door art. 1 WAM-wet gedefinieerd als een rij- of voertuig dat bestemd is om zich over de grond te bewegen en die door een mechanische kracht kan worden gedreven.

In dit artikel wordt echter niet verwezen naar spoorvoertuigen.

In het nieuwe artikel van art. 29bis WAM-wet werd een bijkomende bepaling ingelast waardoor deze schadevergoedingsregeling nu ook uitwerking heeft bij verkeersongevallen waar spoorvoertuigen bij betrokken zijn.

Met de invoering van dit tweede lid heeft de wetgever een schending van het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel zoals vastgesteld door het Grondwettelijk Hof ongedaan gemaakt.-

Onder het oude art. 29bis WAM-wet kon de zwakke weggebruiker dewelke het slachtoffer was van een verkeersongeval waar een spoorvoertuig bij betrokken was geen aanspraak maken op de automatische vergoeding. Spoorvoertuigen werden immers uitdrukkelijk uitgesloten door art. 1 WAM-wet.

Op grond van de toevoeging in dit artikel heeft een zwakke weggebruiker nu wel recht op vergoeding wanneer hij het slachtoffer is van een verkeersongeval met een spoorvoertuig.

Dit houdt in dat het motorrijtuig enige rol moet hebben gespeeld bij het ongeval.

Een oorzakelijk verband tussen het ontstaan van het verkeersongeval en de aanwezigheid van een motorrijtuig is echter niet vereist.

Het motorrijtuig moet aan de oorsprong van het schadegeval liggen, zo niet is er geen sprake van betrokkenheid.

Zo bepaalde de Politierechtbank te Gent bij vonnis dd. 27 juni 2011[1] dat het begrip betrokkenheid in de zin van art. 29bis WAM-wet een zekere relatie vereist tussen het voertuig en het ongeval, doch het niet vereist is dat het voertuig in beweging was op het ogenblik van het ongeval.

Dat het al dan niet rijden van de trein niet relevant is, werd al meermaals bevestigd in de rechtspraak.

Zo stelde de Politierechtbank te Brugge in haar vonnis dd. 25 november 2004 dat de val van een passagier bij het opstappen van een trein dient te worden beschouwd als een verkeersongeval.[2]

Dit werd nog in verscheidene andere vonnissen bevestigd.[3]

 

[1] Pol. Gent 27 juni 2011, T. Pol. 2012, 168.

[2] Pol. Brugge 25 november 2004, R.W. 2007-2008, 1642.

[3] Luik 3 september 2008, VAV 2009, 354.

Pol. Gent, 13 november 2014, T.Pol. 2014, 188