Eerste schorsingsarrest RVV: m...

Eerste schorsingsarrest RVV: moeilijk te herstellen ernstig nadeel

In het Eerste schorsingsarrest van de Raad voor Vergunningsbetwistingen wordt het moeilijk te herstellen ernstig nadeel aanvaard.

De Raad die zich in voorgaanden uitermate streng had opgesteld in de beoordeling van het moeilijk te herstellen ernstig nadeel aanvaardt dit in voorliggend geschil wel.

  1. Een eerste element dat belangrijk is, is dat de Raad van State bij arrest van 5 oktober 2009 m.b.t. een voorgaande stedenbouwkundige vergunning ook was overgegaan tot schorsing en daarbij het moeilijk te herstellen ernstig nadeel aanvaardde.
    De Raad voor Vergunningsbetwistingen verwijst hiernaar uitdrukkelijk.
  2. De verzoekende partij woonde in casu zonevreemd, doch dit doet volgens de Raad van Vergunningsbetwistingen niet af aan de mogelijkheid om een MTHEN te ondervinden.
  3. De Raad baseert zich voor het MTHEN op de visuele hinder.
    Hierbij valt op dat het project gelegen is in agrarisch gebied en niet in landschappelijk waardevol agrarisch gebied.
    Toch kan een moeilijk te herstellen ernstig nadeel worden aanvaard gezien de hinder de perken te buiten gaat van hetgeen men in dergelijk gebied mag verwachten.
  4. De Raad baseert zich op gedetailleerde stukken waaruit de ligging van de eigendom ten aanzien van de uit te voeren werken afgeleid kan worden en meent aan de hand van het foto- en simulatiemateriaal voldoende zicht te hebben op de oriëntatie, inplanting en indeling van de woning.
    Opmerkelijk is dat de waarheidsgetrouwheid hiervan werd betwist door de tussenkomende partij, doch de Raad meent dat ze dit niet kan beamen…
    De Raad stelt vast dat uit de verschillende fotodossiers van de verschillende partijen kan afgeleid worden dat het ongeschonden uitzicht over het open landschap zal worden aangetast door de inplanting van de loodsen.
    De aanleg van een groenscherm is niet voldoende om de verstoring van het landschap tegen te gaan, ook al zouden de loodsen dan slechts in agrarisch gebied komen te liggen.
  5. De Raad stelt vast dat het nastreven van de afbraak van een gebouw voor een belanghebbende derde dermate moeilijk is dat het nadeel moeilijk te herstellen is.
    Zo concludeert de Raad dat de visuele verstoring en aantasting van het bestaande open landschap een voldoende ernstig karakter vormen.