Geldboeten in het strafrecht

Geldboeten in het strafrecht

Hoe dien je de geldboetes te begrijpen die staan vermeld in het strafwetboek en de verschillende strafwetten?

Bij lezing van artikels uit het strafwetboek en verschillende strafwetten staan de geldboetes dikwijls uitgedrukt in oude bef.

De cijfers die vermeld zijn, zijn echter bijna nooit de effectief te betalen geldboeten.

Systeem van opdecimes

Immers om de repressieve kracht van de geldboeten te handhaven, meer bepaald om muntontwaarding tegen te gaan, werd door de wetgever een systeem ingevoerd van opdecimes.

Dit houdt in dat de vermelde geldboeten dienen vermenigvuldigd te worden met een multiplicator.

Thans bedraagt deze multiplicator, ingevolge de wet van 5 maart 1952 betreffende de opdecimes op de strafrechtelijke geldboeten, 5,5.

De verhoging kan enkel gebeuren voor geldboeten die een karakter van straf hebben.

Eveneens kunnen speciale wetten bepalen dat sommige geldboeten vrijgesteld zijn van verhoging.

Omzetting van oude bef naar euro

Naast een verhoging met opdecimes, bepaalt een wet van 26 juni 2000 betreffende de invoering van de euro in de wetgeving die betrekking heeft op aangelegenheden als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet, dat de bedragen in oude bef dienen gelezen als zijnde uitgedrukt in euro.

Hierbij dient opgemerkt te worden dat de omzetting van oude bef naar euro voor geldboeten waarbij er geen verhoging met opdecimes is gebeurd, het bedrag dient gedeeld te worden door 40.

Voorbeeld

In artikel 398 van het strafwetboek staat bepaald dat hij die opzettelijk verwondingen of slagen toebrengt, gestraft wordt, naast een gevangenisstraf, met een geldboete van 26 frank tot 100 frank.

Ingevolge de verhoging met opdecimes en de omzetting naar euro, houdt dit in dat de uiteindelijk uitgesproken geldboete zal variëren tussen € 143,00 (26 frank x 5,5 => €) en € 550,00 (100 frank x 5,5 => €).