Zoals reeds vermeld in het eerste deel van dit artikel, zal de rechter zelf bepalen welke onderzoeksmaatregel hij zal bevelen in het kader van een mini-expertise en welke invulling hieraan dient te worden gegeven.
De onderzoeksmaatregel kan immers verschillende vormen aannemen.
Zo kan de rechter beslissen om ter plaatse te gaan en zich hierbij te laten vergezellen door een deskundige die de vragen van de rechter kan beantwoorden.
Ook kan de rechter een getuigenverhoor organiseren en zich laten bijstaan door een deskundige. De deskundige zal de rechter dan helpen bij het formuleren van de gepaste vragen en het duiden van de antwoorden.
Verder kan de deskundige steeds gehoord worden ter zitting om technische toelichting te verschaffen aan de rechter en de schade te begroten. Deze onderzoeksmaatregel kan ook worden bijgestuurd in die zin dat de deskundige een door één van de partijen neergelegd verslag van eenzijdig deskundig onderzoek (dus georganiseerd voorafgaand aan de procedure) dient na te kijken om vervolgens schriftelijk te antwoorden op de schriftelijke vragen van de rechter. Dit antwoord wordt bezorgd aan alle partijen waarna de deskundige ter zitting bijkomende mondelinge toelichting kan verschaffen.
De rol van de deskundige verschilt dus sterk afhankelijk van de omvang van het deskundig onderzoek. Bij een volwaardig deskundig onderzoek ligt de nadruk op schriftelijke verslaggeving na onderzoek door een deskundige die grote autonomie geniet binnen zijn opdracht. Bij het beperkt deskundig onderzoek of de mini-expertise staat de (meestal) louter mondelinge bijstand door de deskundige op het moment van het uitvoeren van de onderzoeksmaatregel door de rechter centraal.
In tegenstelling tot een gerechtelijk deskundigenonderzoek, gelden er geen formaliteiten bij het uitvoeren van onderzoeksmaatregelen. Zo wordt er geen verslag opgesteld door de deskundige maar wordt zijn verklaring gewoonlijk enkel opgenomen in een proces-verbaal. Uiteraard dient wel steeds het recht van tegenspraak te worden gerespecteerd: alle partijen moeten immers worden betrokken bij de onderzoeksmaatregel en moeten de kans krijgen om opmerkingen te formuleren.
Naast de tijdswinst en kostenbesparing door de beperkte bijstand van de deskundige, is een voordeel van de mini-expertise de verhoogde kans op verzoening. Zo vormt een plaatsbezoek door de rechter, bijgestaan door een deskundige, immers de ideale gelegenheid om naar alle partijen te luisteren en een technisch haalbare oplossing voor te stellen.
Bent u betrokken bij een bouwgeschil of wenst u een advies?
Bij vragen over dit thema kan u zeker bij ons terecht: info@advocaten-leuven.be – 016/30 14 40.
