Wanneer de werkgever opteert voor een verbreking van de arbeidsovereenkomst met uitbetaling van een verbrekingsvergoeding, ontvangt de werknemer plots een zeer groot bedrag. Het loon dat de werknemer normaal over verschillende maanden verdiend zou hebben, ontvangt hij plots in één keer.
De vraag stelt zich dan hoe dit aanzienlijk bedrag belast wordt door de fiscus en of een werknemer hierdoor in een hogere belastingsschijf terecht kan komen.
Om dit te vermijden, heeft de fiscus geopteerd om de verbrekingsvergoeding afzonderlijk te belasten en dus niet op te tellen bij het loon. Het belastingtarief dat hiervoor van toepassing is, is gelijk aan het gemiddelde tarief van het laatste jaar voorafgaandelijk aan het ontslag.
Indien de gemiddelde belastingvoet van een ontslagen werknemer op dit referentieloon bijvoorbeeld 30 procent bedroeg, dan wordt de verbrekingsvergoeding tegen dat tarief belast.