Overeenkomstig het (oude) art. 1299 Ger.W. is hoger beroep tegen het vonnis waarbij de echtscheiding op grond van onderlinge toestemming is uitgesproken slechts mogelijk indien het gesteund wordt op het niet vervullen van de wettelijke voorwaarden om de echtscheiding uit te spreken.
In enkele gevallen verzoenen partijen zich echter nadat de rechter de echtscheiding heeft uitgesproken, maar vooraleer het echtscheidingsvonnis in kracht van gewijsde treedt.
Volgens een strikte interpretatie van de wet betekende dit dat partijen in dat geval – en dus enkel omwille van de verzoening van partijen – geen hoger beroep kunnen aantekenen tegen het echtscheidingsvonnis.
Ingevolge de wet van 17/07/2015 wordt art. 1299 Ger.W. gewijzigd om deze lacune in te vullen.
Echtgenoten kunnen thans gezamenlijk hoger beroep aantekenen tegen een vonnis dat de echtscheiding op grond van onderlinge toestemming in eerste aanleg uitspreekt ingeval zij zich verzoenen na die uitspraak, maar vóór het verstrijken van de termijn van hoger beroep van 1 maand na uitspraak.