Wanneer een van de partijen hoger beroep aantekent tegen een vonnis, kan de partij tegen wie een vordering wordt ingesteld bij dit hoger beroep, zelf ook een vordering instellen tegen een andere partij door zogenaamd incidenteel beroep of tegenberoep aan te tekenen.
De persoon tegen wie een vordering wordt ingesteld in hoger beroep is de “gedaagde in hoger beroep”.
De gedaagde in hoger beroep kan bij eerste besluiten* na het beroep dat tegen hem/haar werd ingesteld, incidenteel beroep instellen tegen alle partijen die in het geding zijn betrokken voor de rechter in hoger beroep.
Het kan enkel niet worden toegelaten wanneer het hoofdberoep, zijnde de basis, nietig is of laattijdig werd verklaard.
Echter kan incidenteel beroep niet door alle partijen worden ingesteld die in het geding in hoger beroep zijn betrokken.
Artikel 1054 Ger.W. stelt duidelijk dat incidenteel beroep enkel kan worden ingesteld door de “gedaagde in hoger beroep”, zijnde de partij tegen wie een principaal hoger beroep of een incidenteel hoger beroep is gericht.
Een partij die louter “mede inzake” betrokken is in het geding (d.w.z. die enkel in de zaak is geroepen tot bindendverklaring van de tussen te komen uitspraak in hoger beroep), is geen “gedaagde in hoger beroep” conform artikel 1054 Ger.W. en kan dus geen incidenteel beroep aantekenen (artikel 1053 Ger.W.).
(*Een conclusie of besluiten zijn de schriftelijke uiteenzetting van de eigen argumentatie van een partij. Deze argumentatie kan daarnaast ook mondeling worden uiteengezet bij pleidooien.)
Wenst u hoger beroep aan te tekenen tegen een vonnis, werd er een vordering tegen u ingesteld of wenst u een advies?
Bij vragen over dit thema kan u zeker bij ons terecht: info@advocaten-leuven.be – 016/30 14 40.