Overeenkomstig art. 335 BW krijgt een kind ofwel de naam van zijn vader, ofwel de naam van zijn moeder ofwel één die samengesteld is uit hun twee namen, in de door hen gekozen volgorde met niet meer dan één naam voor elk van hen.
Overeenkomstig art. 335ter BW geldt hetzelfde voor een kind wiens afstamming van moederszijde en meemoederszijde tegelijkertijd vaststaat.
Wanneer de ouders het niet eens raken over de naam of geen keuze maken, kreeg het kind voorheen automatisch de naam van de vader of de meemoeder.
Ingevolge de nieuwe wet van 25 december 2016 – die in werking is getreden op 1 januari 2017 – geldt voortaan dat het kind in een dergelijk geval de dubbele naam krijgt.
Wanneer ouders het niet eens raken over de naam van hun kind of geen keuze maken, krijgt het kind aldus een dubbele naam, hetzij de naam van de vader/meemoeder en de moeder naast elkaar. De namen komen in alfabetische volgorde. Beide ouders kunnen maar één naam doorgeven. Wie een dubbele naam heeft, kiest zelf welk deel van zijn naam hij doorgeeft aan het kind. Bij een ouder die geen keuze maakt, gaat het om de naam die alfabetisch het eerst komt.
Indien een kind geboren is na 31/05/2014 en ingevolge van onenigheid of gebrek aan naamkeuze de naam van de vader/meemoeder heeft gekregen, kunnen de ouders alsnog de dubbele naam kiezen. Hiertoe moeten ze vóór 1 juli 2017 een verklaring afleggen bij de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente waar het kind is ingeschreven in het bevolkingsregister.
Zie: Wet van 25 december 2016 tot wijziging van de artikelen 335 en 335ter van het Burgerlijk Wetboek betreffende de wijze van naamsoverdracht aan het kind, BS 30 december 2016