De Vrederechter van het 2e kanton te Leuven diende zich te beraden over volgende casus.
In de loop van de huurperiode diende de verwarmingsketel vervangen te worden.
De huurder drong hiervoor aan bij de verhuurder.
Gezien de huurder nood had aan verwarming is deze overgegaan tot het plaatsen van een nieuwe verwarmingsketel en wenste dat deze terugbetaald werd door de verhuurder.
De verhuurder weigerde dit.
Op het einde van de huur legde de huurder dit voor aan de Vrederechter.
De Vrederechter van het 2e kanton te Leuven besliste dat het plaatsen van een nieuwe verwarmingsketel onmiskenbaar als een grote herstelling moet worden beschouwd.
Deze valt niet ten laste van de huurder op grond van art 1755 van het B.W.
De verhuurder dient deze kosten terug te betalen aan de huurder, inclusief intresten vanaf de aangetekende ingebrekestelling.