De Vrederechter van het 2de kanton te Leuven besliste bij vonnis als volgt:
De huurder had het gehuurde in gebruik genomen.
De verhuurder beweerde dat de huurder niet meteen had geprotesteerd tegen de zogenaamde onbewoonbaarheid en hij afstand had gedaan van art 2 van de wet van 20.02.1991.
De Vrederechter besliste dat het louter feit dat men een woonplaats in huur neemt en gedurende een bepaalde tijd bewoont zonder protest, niet zomaar kan worden opgevat als een afstand van bescherming van art 2 van de woninghuurwet.
Tevens bleek uit een verslag inzake de vereiste van veiligheid, gezondheid en bewoonbaarheid dat er een risico was op elektrocutie en brandgevaar evenals op CO-vergiftiging.
De Vrederechter van het 2de kanton te Leuven besliste dat de huurder niet de nietigheid van de overeenkomst kon vorderen, doch wel de ontbinding lastens de verhuurder en een schadevergoeding.
In casu werd een schadevergoeding van € 4.448,71 toegekend waarvan € 1.000 wegens mindergenot op basis van de objectieve risico’s die gebleken zijn uit het bewoonbaarheidonderzoek.