Op 9 januari 2019 berichtte de media dat dhr. Dries Van Langenhove, bij het publiek onder meer gekend als de oprichter van de controversiële jongerenbeweging “Schild en Vrienden”, als onafhankelijke kandidaat de Kamerlijst in Vlaams Brabant zal trekken voor de partij “Vlaams Belang”. In een video vrijgegeven op sociale media geeft dhr. Van Langenhove volgende toelichting bij zijn kandidatuur:
“Als jullie spreekbuis kan ik bovendien niet meer beknot worden in mijn vrije meningsuiting want alles wat ik zeg of doe als parlementslid wordt beschermd door parlementaire onschendbaarheid. Op die manier staan we sterker in onze schoenen in de strijd tegen het establishment, dat ons het zwijgen probeert op te leggen met framing en rechtzaken.”
Dhr. Van Langenhove verwijst met deze uitspraak vermoedelijk naar de reportage over “Schild en Vrienden” die het duidingsprogramma “Pano” in september 2018 naar buiten bracht. De bewuste reportage omschrijft de werking van de jongerenorganisatie als “racistisch” en “seksistisch”, gebaseerd op interne communicatie die de makers van de reportage zouden hebben ontvangen. Na vrijgave van de reportage werd door het Oost-Vlaamse parket een onderzoek geopend, waarbinnen dhr. Van Langenhove in verdenking werd gesteld.
Hierbij kan de vraag gesteld worden of dhr. Van Langenhove zich dienend op de parlementaire onschendbaarheid kan beroepen om ervoor te zorgen dat voormelde inverdenkingstelling niet uitmondt in een eventuele strafrechtelijke veroordeling.
De parlementaire onschendbaarheid wordt door art. 59 van de Grondwet aan leden van het federaal parlement verleend, en houdt in dat ze tijdens de zitting niet strafrechtelijk kunnen worden aangehouden, noch verwezen of rechtstreeks gedagvaard kunnen worden voor een hof of rechtbank, zonder de toestemming van het orgaan waarin ze zetelen.
Indien het openbaar ministerie dhr. Van Langenhove voor bepaalde feiten wenst aan te houden of te dagvaarden voor een rechtbank of hof, dient de parlementaire onschendbaarheid voorafgaand door een meerderheid van de federale kamerleden te worden ontheven. Op heden zetelen er drie mandatarissen van Vlaams Belang in de Kamer, dewelke 150 zetels telt. Behoudens drastische wijziging van de samenstelling na de Kamerverkiezingen van 26 mei 2019 lijkt een parlementaire meerderheid voor voormelde ontheffing niet bijzonder omslachtig te bekomen, mocht het openbaar ministerie dhr. Van Langenhove in zijn hoedanigheid van toekomstig federaal Kamerlid wensen te vervolgen.
De parlementaire onschendbaarheid kan logischerwijze pas aanvangen op het moment dat iemand de hoedanigheid van parlementslid geniet. Algemeen wordt aangenomen dat de onschendbaarheid in werking treedt op het moment dat de zitting van de Kamer wordt geopend. Aanhoudingen of vervolgingen die voor aanvang van de zitting werden opgestart, mogen worden voortgezet. Bij gewone meerderheid kan de Kamer na opening van de zitting beslissen dat de opgestarte vervolging geschorst wordt. Indien het parket van Oost-Vlaanderen beslist om dhr. Van Langenhove te vervolgen voor aanvang van de parlementaire zitting, zal hij in de Kamer zelf een meerderheid moeten vinden om deze vervolging te schorsen.
Aangenomen dat dhr. Van Langenhove na 26 mei 2019 het vertrouwen van de kiezer ontvangt om in het federaal parlement te zetelen, lijkt de parlementaire onschendbaarheid die hij van bij de aanvang van de zitting van de Kamer kan genieten niet van aard om definitief te ontsnappen aan strafrechtelijke vervolging.