In 2013 trad een wet in werking die het parket de mogelijkheid geeft om een tijdelijk huisverbod op te leggen in geval van huiselijk geweld. In 2019 werd de wet gewijzigd op vraag van de hulpdiensten, politie en magistratuur.
De laatste jaren werd de wet aanzienlijk meer toegepast en ook tijdens een mogelijke lockdown omwille van de coronacrisis, kan een tijdelijk huisverbod bevolen worden.
De wet kadert immers in een nultoleratiebeleid ten aanzien van partnergeweld.
De Procureur des Konings kan een tijdelijk huisverbod opleggen indien uit feiten en omstandigheden blijkt dat de aanwezigheid van een meerderjarige persoon in de verblijfplaats een ernstig en onmiddellijk gevaar oplevert voor de veiligheid van één of meer personen die dezelfde verblijfplaats betrekken. Het plegen van een strafbaar feit is geen vereiste, een bedreigende situatie volstaat.
Vanaf de kennisgeving van het huisverbod aan de betrokken gevaarlijke persoon, moet deze onmiddellijk de woning verlaten en mag deze niet meer betreden gedurende maximaal veertien dagen.
Tevens geldt gedurende de uithuiszetting een verbod voor de betrokken persoon om contact op te nemen met (alle) personen waarmee hij in zijn woning verbleef. In het bevel van de Procureur worden de namen van de personen t.a.v. wie het contactverbod geldt, opgenomen.
Vervolgens vindt binnen de periode van de uithuiszetting een zitting plaats voor de familierechtbank. De familierechtbank kan het huisverbod opheffen, de invulling ervan wijzigen of het verlengen met een termijn van ten hoogste drie maanden.
Wanneer het huisverbod niet wordt nageleefd door de betrokkene, kan deze gestraft worden met een gevangenisstraf van acht dagen tot een jaar en een geldboete van 26 tot 100 euro (te vermeerderen met opdeciemen).
Indien u te maken krijgt met intrafamiliaal geweld of hierover meer informatie wenst, staan wij steeds voor u klaar.