In een vorig artikel werd reeds uiteengezet welke stappen u als aanvrager van een stedenbouwkundige vergunning kunt ondernemen wanneer uw aanvraag wordt geweigerd.
Stel nu dat u niet de aanvrager bent van de vergunning, maar wel een buurtbewoner die geconfronteerd wordt met het feit dat iemand uit uw buurt een voor u zeer hinderlijke bouwvergunning heeft bekomen.
Vb. Een projectmakelaar die een vergunning heeft gekregen om naast uw huis een appartementsgebouw te bouwen.
Vb. Uw buurman die een extra verdieping wil bijbouwen zodat u niet langer van het zonnetje kan genieten in uw achtertuin.
Vb. De grote lap grond achter uw woning waarvoor plots een verkavelingsvergunning werd toegekend.
Ook in dit geval staat u zeker niet machteloos.
In dit artikel overlopen we wat u als buurtbewoner kan ondernemen tegen de toekenning van een stedenbouwkundige vergunning die voor u hinderlijk is:
Wanneer het College van Burgemeester en Schepenen een stedenbouwkundige vergunning heeft toegekend voor een perceel in uw buurt, en u van mening bent dat deze vergunning voor u zeer hinderlijk en nadelig is kan u hiertegen beroep instellen bij de Deputatie van de Provincie.
De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening bepaalt uitdrukkelijk dat een beroepschrift kan worden ingediend door: “elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die rechtstreekse of onrechtstreekse hinder of nadelen kan ondervinden ingevolge de bestreden beslissing” (Artikel 4.7.21 §2 VCRO).
U beschikt als derde over een termijn van 30 dagen om een beroepschrift in te dienen.
Deze termijn begint te lopen vanaf de dag na deze van aanplakking van de vergunning.
Dit beroepschrift dient aangetekend te worden verzonden naar de Deputatie van de provincie en een kopie ervan dient gelijktijdig (dezelfde dag) aangetekend worden verzonden naar het College van Burgemeester en Schepenen en naar de aanvrager van de vergunning.
Hoe de procedure bij de Deputatie verder verloopt kan u nalezen in ons artikel: “Uw stedenbouwkundige vergunning werd geweigerd, wat nu?”
Vervolgens zal de Deputatie van de provincie beslissen of uw beroep wordt ingewilligd of afgewezen.
Indien uw beroep door de Deputatie wordt afgewezen heeft u als belanghebbende derde (nl. een buurtbewoner die hinder kan ondervinden van de vergunning) nog steeds de mogelijkheid om een verzoekschrift tot schorsing en/of nietigverklaring in te dienen bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen. (Artikel 4.8.16 VCRO)
U beschikt hiervoor over een termijn van 30 dagen, te rekenen vanaf de dag na deze waarop de beslissing van de Deputatie aan u werd betekend.
Hoe de procedure bij de Raad voor vergunningsbetwistingen verloopt kan u verder nalezen in ons artikel: “Uw stedenbouwkundige vergunning werd geweigerd, wat nu?”
Gelet op de zeer strikte en korte termijnen die voorzien zijn om een stedenbouwkundige vergunning aan te vechten, is het aan te raden goed op te volgen wat er in uw buurt gebeurt.
Lees aandachtig de aankondigingen en aanvragen die in uw buurt worden aangeplakt.
Hoe meer tijd u en uw advocaat hebben om een beroepschrift en/of verzoekschrift voor te bereiden hoe groter de kans dat u met uw mooi uitgewerkte argumentatie de Deputatie en/of de Raad voor Vergunningsbetwistingen kan overtuigen.