Onderdanen van landen die niet tot de EU/E.E.R. behoren, kunnen in België hoger onderwijs komen volgen.
Eén van de voorwaarden om als niet EU-inwoner het verblijfsstatuut ‘student’ te kunnen krijgen, bepaalt dat de buitenlandse student moet kunnen aantonen over voldoende bestaansmiddelen te beschikken om het verblijf in België, de terugkeer naar het land van herkomst bij beëindiging van de studies, en eventuele medische kosten, te kunnen dekken.
Indien de buitenlandse student zelf niet voldoende solvabel is of zijn solvabiliteit niet kan bewijzen kan de verbintenis tot tenlasteneming een oplossing bieden.
Een ‘verbintenis tot tenlasteneming’ is een verbintenis waarbij een solvabele Belg of een vreemdeling in België toegelaten tot een verblijf van onbepaalde duur, verklaart in te staan voor de kosten van verblijf, gezondheidszorgen, studie en repatriëring van deze buitenlandse student en dit voor minstens één academiejaar.
De persoon die de student ten laste neemt noemt men “de garant”.
Om zich garant te kunnen stellen moet men aan de volgende voorwaarden voldoen:
De garant dient de Belgische nationaliteit te bezitten of gemachtigd zijn om in België voor onbepaalde duur te verblijven (verblijfsvergunning).
- De garant dient (voor het academiejaar 2011-2012) over een netto-inkomen van minimum € 1.448,00 per maand te beschikken. Dit dient te worden bewezen met de nodige stukken.
- Indien de garant zelf personen ten laste heeft (vb. eigen kinderen) of indien de buitenlandse student ook een verblijfsvergunning vraagt voor gezinsleden, wordt het mininumbedrag van € 1.448 € verhoogd met € 150,00 per persoon ten laste.
Opgepast! Een garant is telkens één persoon, zodoende kan het inkomen van de partner van de garant niet mee in aanmerking worden genomen.
Indien de garant aan bovenstaande voorwaarden voldoet en in België verblijft, vult hij een Bijlage 32-verbintenis tot tenlasteneming in op de gemeente en voegt hij de nodige bewijsstukken van zijn inkomen toe, vervolgens laat hij zijn handtekening legaliseren.