Vergunning AB InBev onwettig v...

Vergunning AB InBev onwettig verklaard

De omgevingsvergunning van AB INbev voor het uitbaten van haar brouwerij te Leuven werd vernietigd door de RvV (Raad voor Vergunningsbetwistingen)

Op verzoek van Johan Verstraeten werd de vergunning -verleend op 29/11/2022- vernietigd op 18 april 2024.

De vergunning wordt vernietigd omdat de RvV vaststelt dat AB Inbev ca 3 miljoen m3 (!) per jaar oppompt. Het grondwater, dat de gemeenschap toebehoort, kan alleen worden opgepompt in zones die daarvoor voorzien zijn.

In deze vergunning werd weliswaar vastgesteld dat de aanvraag in strijd is met de stedenbouwkundige voorschriften, maar werd een ‘afwijking’ voorzien op basis van art.5.6.7 van de VCRO.

Echter zulke afwijking is niet mogelijk voor vergunningsaanvragen met een MER-plicht, zoals hier.

AB Inbev verdedigde zich door de aanvraag op te splitsen (saucissoneren), maar ook dat kan niet. De verzoekende partij stelde immers dat het onmogelijk is een brouwerij te exploiteren zonder water op te pompen.

Daarnaast stelde de Raad zelf vast dat de Deputatie te laat besliste over de aanvraag waardoor de vergunning geacht werd geweigerd te zijn. Dit is een eerder procedureel argument. Voor ons was het inhoudelijk argument veel zwaarwegender, nl. de zonevreemdheid.

Het is ongepast dat de overheid die vaak zeer streng is voor particulieren, voor een dergelijk bedrijf een afwijking toelaat qua bestemming. De afwijking die werd gebruikt is onwettig, zo bevestigt de Raad nu ook.