Na het kortgeding waarin onze vraag tot schorsing werd aanvaard, ging de Raad voor Vergunningsbetwistingen nu over tot vernietiging van de vergunning.
Voor de goede orde: het ging hier over een stedenbouwkundige vergunning, verleend voor de aanleg van weefstroken op de E40. Het arrest bestaat uit 41 bladzijden.
Op pagina 23 stelt de Raad vast dat de twee NGO’s de bevordering van de milieubescherming tot doel hebben en dat dit belang niet te restrictief mag ingevuld worden omdat het dan onverenigbaar zou zijn met art. 9.2 van het Verdrag van Aarhus.
Ook stelt men dat het niet vereist is dat er een band van evenredigheid zou bestaan tussen het actieterrein van de verenigingen en de territoriale reikwijdte van de bestreden vergunning.
Dit lijkt mij toch wel een belangrijke overweging.
Verder verwijst het arrest naar de statuten en bevestigt zij dat er een collectief belang wordt nagestreefd dat onderscheiden is van het algemeen belang.
De Raad stelt vast dat de beide verenigingen acties hebben gevoerd binnen de Gentse omgeving en dat het vergunde project het collectief belang kan schaden.
Ook voor de buurtbewoner die op 350 meter van de E40 woont wordt het belang aanvaard.
Vervolgens wordt het tweede middel door de Raad als gegrond beschouwd.
Hier vindt u de belangrijkste overwegingen op pagina 31 en volgende met de nadruk op pagina’s 36, 37 en 38.
Daar wordt onder meer opgemerkt dat het gevraagde project een kleine verkeerstoename met zich mee zal meebrengen door de verdere ontwikkeling van de site The Loop.
De Raad merkt op dat in de nota’s van de aanvrager niet duidelijk blijkt of met de aspecten van de onmiddellijke omgeving (een school, een natuurgebied, een beschermd landschap) rekening is gehouden. “De aanvrager heeft ten onrechte luchtverontreiniging niet vermeld als mogelijk potentieel milieueffect van het gevraagde project.”
De Raad stelt vast dat uit de studies geen enkel onderzoek blijkt van het potentieel milieueffect van het gevraagde project op de luchtkwaliteit (pagina 37 bovenaan).
De Raad besluit dat de gevoegde project-m.e.r.-screeningsnota ontoereikend is doordat ze gebrekkig is ingevuld en de studie over de impact op de luchtkwaliteit ontbreekt.
De verzoekende partij heeft in het bezwaarschrift hierop gewezen, doch dit werd niet zorgvuldig onderzocht door de overheid.
De Raad legt bijzonder nadruk op het feit dat een dergelijke screeningsnota een essentieel instrument is voor een correcte inschatting van het project en de daaraan verbonden milieueffecten.
Aldus wordt op pagina 38 de screeningsnota volledig afgeschoten en het middel gegrond verklaard.
Meer nog, de Raad gaat op pagina’s 38 en 39 over tot de indeplaatsstelling van de overheid en stelt vast dat de ontoereikende screeningsnota niet meer kan geremedieerd worden. De verwerende partij heeft een gebonden bevoegdheid en aldus kan men niet anders dan de vergunning weigeren!
Het volledige arrest kan u hier lezen.