Het verschil tussen gelijk heb...

Het verschil tussen gelijk hebben en gelijk krijgen is nog groter voor het Hof (van Cassatie)

Elke advocaat kent ongetwijfeld artikel 147 van de Grondwet. Echter er zijn weinigen op de hoogte van de consequenties van dit artikel:

“Er bestaat voor geheel België een Hof van Cassatie.
Dit Hof treedt niet in de beoordeling van de zaken zelf.”

Die korte maar fundamentele regel zoals omschreven in het tweede lid heeft verreikende gevolgen waarbij men een ogenblik moet stilstaan alvorens men overweegt een cassatievoorziening in te stellen. Het tweede lid beschrijft hoofdzakelijk twee regels.

Ten eerste, neemt het hof geen kennis van de feitenkwesties maar alleen van rechtskwesties.

De tweede regel van artikel 147, tweede lid van de Grondwet houdt in dat, wanneer het Hof zetelt, het niet oordeelt over de grond van de zaak maar slechts over de vonnissen en arresten welke het eventueel vernietigt; wegens schending van de wet of wegens niet-naleving van een substantiële of een op straffe van nietigheid voorgeschreven rechtsnorm.

Het feit dat de saisine van het Hof op ultieme wijze bepaald wordt door de procedurele stappen dewelke worden ondernomen voor de rechter in graad van beroep, zorgt er dan ook regelmatig voor dat de kans op een succesvolle cassatievoorziening reeds voor de beroepsrechter in rook opgaat.

Moraal van het verhaal: De uitslag van de cassatieprocedure wordt (grotendeels) bepaald op het ogenblik dat de beroepsrechter de zaak in beraad neemt, in zijn hoedanigheid van laatste feitenrechter.

In concreto raadpleeg je – in strafzaken – best reeds een houder van een getuigschrift van de bijzondere opleiding cassatieprocedure in strafzaken ten laatste op het ogenblik dat je een vonnis bekomt voor de eerste rechter, daarna is het mogelijk te laat en wordt de kloof tussen gelijk hebben en gelijk krijgen te groot…