Advocaten-leuven stond de milieuverenigingen Greenpeace vzw, Bioforum vzw en Velt vzw bij voor de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg te Brussel in een procedure over de rol van de overheid in de PFOS-problematiek. De milieuverenigingen beargumenteerden dat het Vlaamse Gewest en de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) reeds geruime tijd op de hoogte waren van de ernst van de PFOS/PFAS-problematiek rondom het bedrijf 3M, maar doelbewust verzaakten aan hun actieve informatieplicht om haar burgers te informeren over de gezondheidseffecten.
De rechter gaf hen gelijk.
De milieuverenigingen baseerden hun vordering op het buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht, waarbij zij op overtuigende wijze aantoonden dat de betrokken overheden een fout begingen door niet te communiceren over de gezondheidseffecten van de PFOS-vervuiling.
De eerste vaststellingen van PFOS-verontreiniging in de omgeving van de 3M-fabriek dateren reeds van begin de jaren 2000. Nadien bevestigden verschillende universitaire onderzoeken de PFOS-verontreiniging in de omgeving. Doorheen de jaren groeide de wetenschappelijke consensus dat een blootstelling aan PFOS gevaarlijke gezondheidsrisico’s inhield. Ook PFOS-schandalen over de grens droegen bij aan de opkomende bewustwording. De rechtbank oordeelde in haar beslissing desalniettemin dat er tot en met 2016 onvoldoende concrete gegevens waren om de hoeveelheid en omvang van de PFOS-vervuiling rondom de 3M-fabriek in te schatten, waardoor een gebrekkige communicatie de overheid destijds niet verweten kon worden.
Vanaf 2017 kwam hier verandering in en diende de overheid haar burgers te informeren over de PFOS-vervuiling.
In het kader van de Oosterweelwerken op linkeroever stelde bouwheer BAM via bodemonderzoek immers PFOS-verontreiniging vast in de bodem, het slib en het grondwater. Omwille van de bezorgdheden rondom de PFOS-vervuiling, werd professor Jan Tytgat van de KU Leuven gelast om de PFOS-verontreiniging in de bodem en het grondwater verder te onderzoeken. Zijn opdracht bestond erin een risicoanalyse voor de mens uit te voeren alsook een toelichting te verschaffen die gericht was op communicatiedoeleinden.
De bevindingen uit de rapporten uit 2017 van professor Tytgat waren zonneklaar.
Verschillende waargenomen hoge concentraties van 100 microgram per kilo droge stof hielden een negatief effect in voor het leefmilieu en de gezondheid van omwonenden. Professor Tytgat stelde via duidelijke ‘no regret-maatregelen’ dat het af te raden was om binnen de vervuilde zone kinderen te laten buitenspelen, groenten en fruit uit eigen tuin te consumeren, eieren van kippen te eten die binnen deze zone werden gehouden, putwater te gebruiken ter besproeiing van groenten of als drinkwater voor dieren, en vis en/of andere dieren uit deze zone te consumeren.
Ondanks de opmaak van een – niet verstuurd – persbericht, besloten de Vlaamse Overheid en OVAM doelbewust om de gezondheidsrisico’s uit de rapporten van professor Tytgat niet aan de burgers te communiceren. Pas in 2021, nadat het PFOS-schandaal in de media verscheen, werden bovenstaande no regret-maatregelen afgekondigd. Veel te laat, zo oordeelde de rechtbank:
“Met andere woorden wisten verwerende partijen dat er een reëel gezondheidsrisico was, evenals een reëel risico dat de tuin- en landbouwproducten uit de nog niet grondig onderzochte zone rond de 3M-fabriek niet veilig waren voor menselijke consumptie.
In die omstandigheden diende een normaal zorgvuldige overheid de gepaste maatregelen te nemen om het risico beter in kaart te brengen, het in te dijken en de nadelige gevolgen ervan de verminderen.
Eisende partijen voeren terecht aan dat de gepaste maatregelen uiteindelijk genomen zijn, maar veel te laat, mat name in juni 2021. (…)” (p. 30-31)
Alsook:
“Het gedrag van het Vlaamse Gewest en OVAM, meer bepaald de keuze om, van september 2017 tot juni 2021 noch het publiek te informeren over de aanwezige PFOS-verontreiniging en haar mogelijke gevaren, noch no-regret maatregelen af te kondigen, noch spoedig bloedonderzoek en bodemonderzoeken te verrichten in de woonzone, maakt manifest een schending uit van de zorgvuldigheidsnorm in de zin van de artikelen 1382 en 1383 van het oud Burgerlijk Wetboek.” (p. 34)
De rechtbank oordeelde daarnaast dat de onzorgvuldigheid die het Vlaams Gewest en de OVAM begingen, de mogelijkheden van Greenpeace vzw, Bioforum vzw en Velt vzw hebben aangetast om het leefmilieu te beschermen. Ter vergoeding van de schade die de milieuverenigingen hebben geleden, sprak de rechtbank één symbolische euro morele schadevergoeding uit.
De uitspraak van de rechtbank is een primeur in België.
Voor het eerst wordt duidelijk gesteld dat de overheid een actieve plicht heeft om haar burgers te informeren wanneer ze weet heeft van gevaarlijke gezondheidsrisico’s voor mens en dier. Burgers hebben recht op deze informatie en de overheid dient hierover spontaan te communiceren.
Wanneer ze dit niet doet, handelt ze niet zorgvuldig en begaat ze een manifeste fout. Burgers wiens gezondheid hierdoor wordt geschaad, of milieuverenigingen die hierdoor het leefmilieu niet goed kunnen beschermen, kunnen de overheid aansprakelijk stellen en hun schade vergoed zien.
U kan het vonnis hier raadplegen.
U kan het persbericht hier raadplegen.