Vorderingen tegen de overheid ...

Vorderingen tegen de overheid versus de scheiding der machten – deel 1

Anno 2023-2024 is de klimaatopwarming niet langer een taboe en worden er vaker vooruitstrevende wetgeving en initiatieven aangenomen om (zij het gedeeltelijk) deze te bestrijden. De wetgeving kan als onderwerp het bestrijden van luchtvervuiling, watervervuiling, bodemverontreiniging, het verspreiden van milieu-informatie etc hebben, maar heeft als gemeenschappelijk element dat deze geënt is op een milieubeschermend principe.

Helaas komt het echter niet weinig voor dat men na enkele jaren moet vaststellen dat er weinig in de praktijk is omgezet van de ambitieuze normen.

Recent zien we vaker dat burgers of vzw’s, via een juridische procedure, de overheid willen verplichten om te voldoen aan deze klimaatwetgeving in de brede zin. Zij wensen dan ook een vordering in te stellen tegen de overheid.

Maar kan dat wel? En gaat men dan niet in tegen één van de grondbeginselen van de democratie: de scheiding der machten? [1]

Het beginsel van scheiding der machten wordt vaak door de gedagvaarde overheid opgeworpen om te stellen dat de rechterlijke macht geen uitspraak mag doen over de zaak aangezien zij, als één van de drie takken van de trias politica, zich niet mag mengen in de bevoegdheden van de andere staatsmachten. Met andere woorden: de beleidsvrijheid van de uitvoerende en wetgevende macht dient gerespecteerd te worden.

Het antwoord op de aangehaalde vragen is echter genuanceerder dan bovenstaand principe in eerste instantie zou doen geloven. De burger kan dergelijke milieusituaties aan de kaak stellen via de rechter, maar niet onbeperkt.

Hoewel het principe van scheiding der machten enerzijds ervoor zorgt dat elke staatsmacht zich niet onnodig mag mengen in de bevoegdheden van een andere, geeft het principe ook net een houvast aan de rechter om wel een uitspraak ten gronde te doen. Elke macht heeft namelijk niet alleen het recht maar ook de plicht om haar bevoegdheden uit te oefenen.  Het wordt in beginsel immers niet strijdig geacht met de scheiding der machten wanneer de rechter zijn rechtsprekende functie uitoefent ten aanzien van de overheid. Dit werd immers een eerste keer erkend in het arrest Flandria in 1920.

Waar ligt dan juist de grens?

Het is net deze vraag die aanleiding geeft tot interessante rechtspraak en rechtsleer. In de volgende delen van dit artikel zullen wij trachten een overzicht te schetsen voor u.

Indien je meer info hierover wenst te bekomen kan je contact opnemen met ons kantoor op 016 30 14 40 of info@advocaten-leuven.be

[1] Als bron voor dit artikel werd gebruikt: Civiele acties tegen de staat: een verstoorde balans in de trias politica?, door Prof. Dr. Aube Wirtgen, TPR 2022, 131-200.