Vrijheid van meningsuiting en haar grenzen: hoever mag je gaan?
Wat mag je tegenwoordig nog zeggen? Kan alles of pas je toch maar beter op je tellen…
Vrijheid van meningsuiting is een basisrecht en is terug te vinden in diverse wetteksten o.a.:
- Artikel 14 van de Belgische Grondwet:
De vrijheid van eredienst, de vrije openbare uitoefening ervan, alsmede de vrijheid om op elk gebied zijn mening te uiten, zijn gewaarborgd, behoudens bestraffing van de misdrijven die ter gelegenheid van het gebruikmaken van die vrijheden worden gepleegd.
Alsook in artikel 10 van het Europees Verdrag van de Rechten van de mens (EVRM):
- Een ieder heeft recht op vrijheid van meningsuiting.
Dit recht omvat de vrijheid een mening te koesteren en de vrijheid om inlichtingen of denkbeelden te ontvangen of te verstrekken, zonder inmenging van enig openbaar gezag en ongeacht grenzen.
Dit artikel belet Staten niet radio-omroep-, bioscoop- of televisieondernemingen te onderwerpen aan een systeem van vergunningen. - Daar de uitoefening van deze vrijheden plichten en verantwoordelijkheden met zich brengt, kan zij worden onderworpen aan bepaalde formaliteiten, voorwaarden, beperkingen of sancties, die bij de wet zijn voorzien en die in een democratische samenleving noodzakelijk zijn in het belang van de nationale veiligheid, territoriale integriteit of openbare veiligheid, het voorkomen van wanordelijkheden en strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden, de bescherming van de goede naam of de rechten van anderen, om de verspreiding van vertrouwelijke mededelingen te voorkomen of om het gezag en de onpartijdigheid van de rechterlijke macht te waarborgen
Het basisbeginsel van het Belgisch grondwet is dus de afwezigheid van preventieve maatregelen.
Cf. Vz. Rb. Antwerpen, 16 mei 1995, A.M., 1996, n°.2, 166:
“Zelfs inhoudelijk of in tijd beperkt – tot voor de duur van het geding ten gronde – stuit de maatregel van een spreek- of publicatieverbod op het grondwettelijk beginsel van de vrijheid van meningsuiting. Het gevraagde spreekverbod als een vorm van preventieve maatregel voor de toekomst, is in strijd met de grondwet en kan niet opgelegd worden, dus ook niet ter bescherming of voorkoming van een ernstig nadeel als gevolg van misbruiken van het recht op vrije meningsuiting.
Een spreek-of publicatieverbod opgelegd door de kortgedingrechter is eveneens in strijd met art.10 EVRM;”
Absolute vrijheid zonder grenzen is echter eveneens ondenkbaar.
De vrijheid van meningsuiting vindt haar grens waar de rechten van anderen beginnen.
Bij het overtreden van de grenzen van het redelijke loert er immers een procedure wegens smaad of laster en eerroof om de hoek.