Vrijspraak voor weerspannigheid
De Correctionele Rechtbank te Leuven sprak een beklaagde vrij van ‘weerspannigheid’.
De feiten speelden zich af op 27 februari 2008.
Op voormelde datum werd beklaagde meegenomen naar het politiekantoor voor een identiteitscontrole.
Aangekomen op het politiekantoor toonde beklaagde de identiteitskaart en er werd een veiligheidsfouille uitgevoerd.
Vervolgens hadden de politiediensten de opdracht van de procureur om over te gaan tot het nemen van vingerafdrukken.
Beklaagde verzette zich hevig tegen het nemen van vingerafdrukken, zonder dat hierbij geweld werd gebruikt opzichtens de politie.
Niettemin werd beklaagde vervolgd voor ‘weerspannigheid’.
Door mr. Gerry Janssens werd ter zitting opgeworpen dat weerspannigheid inhoudt dat er een aanval of een verzet moet gebeurd zijn met geweld of bedreiging. Een weigering te voldoen aan de uitnodiging van een politieofficier maakt, op zichzelf, geen verzet met geweld of bedreiging uit.
Met betrekking tot de begrippen ‘geweld en bedreiging’ bepaalt het Strafwetboek het volgende:
‘Onder geweld verstaat de wet daden van fysieke dwang gepleegd op personen.
Onder bedreiging verstaat de wet alle middelen van morele dwang door het verwekken van vrees voor een dreigend kwaad.’
Aangezien beklaagde zich gewoonweg had verzet zonder hierbij geweld te gebruiken opzichtens de politie en bedreigingen te uiten, werd zij logischerwijze vrijgesproken.