Nadat u een procedure bent opgestart om te kunnen scheiden van uw echtgeno(o)t(e), wordt door de rechtbank na verloop van tijd een echtscheidingsvonnis uitgesproken.
De dag dat dit vonnis wordt uitgesproken door de rechtbank is evenwel niet de dag dat u definitief gescheiden bent.
Er kan immers nog beroep worden aangetekend tegen zulk echtscheidingsvonnis. Indien de echtscheiding door onderlinge toestemming wordt uitgesproken, kan men beroep aantekenen binnen 1 maand na de uitspraak. Werd de echtscheiding op grond van onherstelbare ontwrichting uitgesproken, dient dit vonnis betekend te worden via een gerechtsdeurwaarder waarna de beroepstermijn van 1 maand begint te lopen.
Na verloop van deze beroepstermijn krijgt het echtscheidingsvonnis kracht van gewijsde en kan dit als definitief worden beschouwd.
Tegenover derden is het echtscheidingsvonnis daarentegen slechts tegenstelbaar vanaf de overschrijving van het vonnis of arrest in de registers van de burgerlijke stand.
De griffier van de rechtbank stuurt hiertoe binnen één maand – na het in kracht van gewijsde treden van het vonnis – een uittreksel van het beschikkend gedeelte van het vonnis naar de ambtenaar van de burgerlijke stand van de plaats waar het huwelijk voltrokken werd, met verzoek tot overschrijving in het register van de burgerlijke stand.
De ambtenaar heeft één maand tijd om het beschikkend gedeelte van het vonnis over te schrijven in de registers.
Nadat deze formaliteiten achter de rug zijn, wordt u als definitief gescheiden beschouwd.