Wettelijk samenwonen, iedereen heeft er al van gehoord. Sommige mensen beschouwen het als een alternatief voor het huwelijk, doch het heeft veel minder verregaande gevolgen en is zelfs mogelijk indien men geen affectieve partnerrelatie heeft. U kan bijvoorbeeld wettelijk samenwonen met uw broer of zus of een van uw ouders.
Men woont wettelijk samen door een eenvoudige verklaring van wettelijke samenwoning af te leggen voor de ambtenaar van de burgerlijke stand van uw gemeente.
Hoewel er heel weinig formaliteiten en voorwaarden verbonden zijn aan het instituut wettelijke samenwoning, heeft het Hof van Beroep te Gent in haar arrest van 23 mei 2019, gesteld dat zelfs het samenwonen zelf, geen verplichting of voorwaarde uitmaakt om te kunnen genieten van de bescherming die het instituut wettelijke samenwoning biedt.
Het Hof van Beroep stelt in haar arrest duidelijk dat er als zodanig geen samenwoningsverplichting geldt voor wettelijk samenwonenden. De samenwoning geldt volgens het Hof niet als een bestaansvoorwaarde voor het instituut van de wettelijke samenwoning.
Wettelijk samenwonen terwijl u een lange afstandsrelatie heeft, is dus mogelijk.
De toetsing of de wettelijke samenwoning oprecht/fictief is, gebeurt slechts indien een van de wettelijk samenwonende partners overlijdt. In dat geval verkrijgt de langstlevende wettelijk samenwonende partner, op voorwaarde dat er effectief sprake is van een affectieve partnerrelatie, het vruchtgebruik op de hoofdwoning met inboedel (art. 745octies §1 BW). Of de partners al dan niet effectief samenwonen, is hierbij niet relevant. Het feit dat de langstlevende slechts secundair in de hoofdwoning verblijft, doet volgens het Hof geen afbreuk aan het verkregen erfrecht.
Indien u hierover meer informatie wenst, helpen wij u graag verder. U kan ons kantoor contacteren via info@advocaten-leuven.be of 016/30 14 40.